Levend Ganzenbord
Spelregels Levend Ganzenbord
Vereniging voor Volksvermaken te Grolloo
Men gooit met twee dobbelstenen.
Gooit men bij start een 6 en een 3, dan gaat men direct naar 26.
Gooit men een 4 en een 5 dan mag men verder naar 53.
De ganzen betekenen het volgende:
veld |
5 |
9 |
14 |
18 |
23 |
27 |
32 |
36 |
41 |
45 |
50 |
54 |
57 |
waarde |
+3 |
+7 |
-2 |
+2 |
+4 |
+2 |
-4 |
+8 |
-2 |
+4 |
+2 |
+5 |
-22 |
Overige velden met een waarde:
veld |
19 |
31 |
42 |
52 |
58 |
omschrijving |
Herberg |
Put |
Doolhof |
Gevangenis |
De Dood |
waarde |
-7 |
wachten op aflossing |
-5 |
wachten op aflossing |
-57 |
Adressenlijst
Buiten de start (adres 0) en de finish (adres 0) kent dit spel 14 adressen. Deze adressen zijn ingevuld op de adressenlijst. De adressen zijn genummerd van 1 t/m 14. Elk adres vertegenwoordigd een aantal velden van het Ganzenbord. Elk adres krijgt een kaart waarop de tot dit adres behorende velden worden vermeld. Op deze kaart staat per veld de waarde.
De waarde wordt bepaald door de voorgeschreven waarde (een gans of één van de specifieke velden) of door het gooien van de twee dobbelstenen. Al naar gelang het veldnummer waarop de deelnemer is beland wordt deze doorverwezen (vaste waarde) of moet er gegooid worden. Wachten op aflossing kan letterlijk worden opgevat. Wordt een deelnemer afgelost, dan mag deze gooien.
De gegooide ogen of de vaste waarde worden op de scorekaart vermeld.
Scorekaart
Iedere deelnemer krijgt een scorekaart. (Er mag in groepjes worden meegedaan. In deze uitleg wordt een groep als één deelnemer gezien.) Op deze scorekaart is de naam van de deelnemer vermeld. Door elk adres wordt de kaart als volgt ingevuld:
Bij een vaste waarde vult men in de kolom “ogen” de waarde in door b.v. “+2” of “-2” te noteren. Wordt er gegooid dan kunnen de gegooide ogen als b.v. “+7” worden genoteerd.
De “ogen” worden opgeteld bij het veld waarop men was beland. Deze som wordt genoteerd in de kolom “naar”. Het veld waar men heen moet komt overeen met een adres. Dit adres is terug te vinden op de adreslijst. Noteer het adresnummer in de kolom adres. (Ook indien dit het adres is waar men zich nu bevind.)
Gooit men op veld 59 een worp van 6 ogen dan telt men als volgt; 60 – 61 – 62 – 63 – 62 – 61. “63” wordt dus één keer geteld. Op de scorekaart staat rechts een kolommetje “via 63”. Hierin kruist men het aantal keren dat de deelnemer op 63 komt aan. Bij een mogelijke zesde keer wordt er doorgeteld. In dat geval levert een worp van 6 ogen op veld 59 een totaal van 65 op. Dit wordt genoteerd in het veld “naar” en de deelnemer wordt naar de finish gestuurd.
Een deelnemer die moet “wachten op aflossing” scoort dus niet zolang hij/zij niet wordt afgelost. Pas na aflossing mag er weer gegooid en het spel vervolgd worden.
Het totaal van het aantal worpen en/of vaste waarden bepaald de uiteindelijke score.
Is een deelnemer zeer snel rond dan kan eventueel opnieuw worden deelgenomen. De kaart met het minste aantal adressen telt in dat geval.